Minimum Viable Product (MVP)
Vaak wordt de MVP geassocieerd met de waterval methodiek. Echter zijn deze twee begrippen zeer verschillend van elkaar. Bij de watervalmethode wordt stapsgewijs naar de oplevering van een eindproduct toegewerkt. Producten in de tussenfasen zijn niet bruikbaar en werken op zichzelf niet. Het doel is deze producten steeds weer te verbeteren en uit te breiden, zodat uiteindelijk een werkend eindproduct ontstaat.
Daarentegen wordt bij de Minimum Viable Product al bij de eerste oplevering een werkend product gepresenteerd. In lijn met de Agile en Lean filosofieën worden producten zo spoedig mogelijk werkend opgeleverd, zodat deze in samenwerking met de klant direct verbeterd kan worden. Indien het product niet werkt begint het team opnieuw met de ontwikkeling. Omdat de klant direct in dit proces wordt betrokken is het belangrijk dat deze weet wat hij wil. De klant moet voor ogen hebben aan welke voorwaarden het eindproduct dient te voldoen. Vaak is dit niet het geval. Dit maakt het toepassen van MVP in veel gevallen lastig.
Het belangrijkste onderscheid is dus de mate van levensvatbaarheid van de producten in de tussenfasen. Dit betekent dat ieder opgeleverd product over de minimale functies moet beschikken om werkend te zijn. Het werken in behapbare tussenstappen maakt het proces overzichtelijk. Uiteindelijk krijgt de klant een product dat aansluit op zijn wensen.